Voorwoord door burgemeester Wilma van der Rijt
Voorwoord
door burgemeester Wilma van der Rijt
Verschillende keren per jaar bezoek ik de Brunssum War Cemetery.
En elke bezoek maakt, steeds opnieuw, een diepe indruk op me.
De aanblik van de 328 witte grafstenen is zeer aangrijpend. Het zijn er zoveel. Zoveel stenen. Zoveel jonge levens. Zoveel leed. Zoveel verlies. Het valt bijna niet te bevatten. Het is ook niet te bevatten.
Wat het ook onbevattelijk maakt, is de onberispelijkheid van het ereveld. De waardigheid van de witte stenen. De schoonheid van de groene omgeving. De rust van de omliggende woonwijk. Deze sereniteit doet je bijna vergeten dat onder elke steen een verscheurd leven ligt.
Toch is dat wat we niet mogen vergeten. Het ereveld is een laatste rustplaats voor 328 mensen, allemaal jonge mensen (de jongste was 16 jaar). Ze kwamen van ver. Geen van hen had ooit van Brunssum gehoord. Maar het was hier waar ze vielen en voor altijd zijn gebleven. Wat resteert, zijn deze graven. En de herinneringen.
Aan beide zijn wij schatplichtig. Op ons rust de morele plicht om niet alleen de graven te onderhouden, maar ook – en misschien wel vooral – om de herinneringen aan deze jonge mensen levend te houden. Zeker nu de jaren verglijden en daarmee ook de actieve herinneringen vervagen van broers en zussen, neven en nichten, zonen en dochters aan hun dierbaren.
Dat is voor mij de kern van onze herinneringen en herdenkingen. Daarin moet vooral de tragedie van een verloren mensenleven centraal staan. Het verloren leven van Uriah Jennison, 31 jaar. Van David Bell Allison, 32 jaar. Van Stanley Charles Hawkins, 21 jaar. Van Jack Thornton, 19 jaar. Van Albert Logan, 24 jaar…
Zij, en nog 323 anderen, zijn begraven in onze grond. In Brunssumse aarde. Zij kwamen naar Brunssum als jonge mannen. Met namen. Met gezichten. Met een thuis met familie en geliefden. Met hoop en met dromen.
Hier, in Brunssum, verloren ze hun toekomst. Maar we mogen niet toestaan dat ze ook hun namen en hun gezichten verliezen. Die moeten we blijven koesteren – en doorgeven aan volgende generaties. Want: “Je bent pas echt dood als je naam niet meer wordt genoemd”.
Daarom is het ook zo belangrijk dat ieder individueel graf door nieuwe generaties geadopteerd is.
Daarom is aan iedere gevallene het ereburgerschap van onze gemeente verleend. Niet één ereburgerschap voor allen, maar 328 individuele ereburgerschappen. Bij het verlenen van dit ereburgerschap, in 2019, lazen kinderen van de AFNORTH International School alle 328 namen op, in aanwezigheid van tientallen nabestaanden en honderden adoptanten en speciale gasten.
Koester deze namen. En geef hun verhalen door. Want hun verhalen vormen het hart van onze herinneringen. Herinneringen aan Uriah, David, Stanley, Jack, Albert en de 323 anderen waarmee ze hier, temidden van onze levens, hun laatste rustplaats delen.
Wilma van der Rijt
burgemeester van de gemeente Brunssum